Met deze nieuwe roman van de Goudse schrijver Jan D. Westerman continueert de auteur zijn verhalenreeks over avonturen op vreemde werelden. In dit boek maakt u kennis met Lox, een jonge klerk op de stadsschrijverij in het kleine stadje Rastar. Zijn ambities liggen echter op een heel ander vlak.

In de geborgenheid van zijn huis bestudeert hij oude geschriften die verhalen over het glorieuze tijdperk van 'de ouden' en verzamelt hij voorwerpen die stammen uit een door de priesters van Elektra verzwegen verleden. Tijdens een strooptocht op de jaarmarkt ontdekt hij in de tent van een Kandarese koopman enkele bijzondere voorwerpen en door de tempel verboden boeken. Maar dat is niet het enige, ook het beeldschone nichtje van de koopman trekt zijn aandacht en als hij de volgende dag hoort dat het meisje is ontvoerd door de 'Priesteressen van de Heilige Oorsprong', besluit hij haar te bevrijden. Samen met zijn vriend, schoutdienaar Jorg, zet Lox de achtervolging in en dit vormt het begin van een bloedstollend avontuur, dat hen uiteindelijk in de woestijnen van het verre Sosië doet belanden. Hier ontdekken ze het grote geheim dat de priesteressen voor de rest van de mensheid verborgen houden. Maar daarmee is de zaak nog lang niet opgelost. Wie is eigenlijk die jonge vrouw, die hem met één blik uit haar donkere ogen aan zich heeft gebonden en welk geheim draagt zij met zich mee? Waarom zijn de priesteressen van 'de bloedorde' speciaal naar het onbeduidende Rastar gekomen om juist háár te ontvoeren? De antwoorden op deze vragen vind u in dit boek, dat de lezer op het puntje van zijn of haar stoel zal houden.
Dit boek is geen vervolg op de "Psor reeks", maar zal bij de lezers van die boeken zeker een 'aha belevenis' oproepen.